Interview Op Weg
In de augustuseditie van Op Weg, een magazine van de Protestantse Kerk, verscheen een interview met de NCAB. In het interview sprak de NCAB onder meer over hoe antisemitisme in Nederland opkomt en wat kerken ertegen kunnen doen:
“Waar een vacuüm ontstaat van waarden en normen kan antisemitisme binnenkomen.”
Hieronder kunt u het hele interview vinden.
"Antisemitisme begint vaak als grapje"
Tekst: Janet van Dijk
Hoe kijkt u terug op het eerste jaar in deze functie?
“Het was intensief. Ik voerde allerlei introductiegesprekken, en moest tegelijkertijd reageren op wat er in de samenleving speelde. In mei vorig jaar waren er bijvoorbeeld spanningen in Israël. Binnen de overheid trof ik versnipperd beleid aan en vaak weinig kennis over antisemitisme. Daarnaast werd antisemitisme vaak op één hoop gegooid met racisme. Daar kan ik als coördinator iets aan doen. Fijn is dat ik een aantal medewerkers heb gekregen. Binnen de overheid en maatschappelijke organisaties weet men ons nu te vinden, men vraagt om advies. Ik overleg ook met koepels van kerken hoe we elkaar kunnen versterken.”
Antisemitisme heeft verschillende gedaanten. Wat is de gradatie in kwalijkheid?
“De intentie van de ene uiting is sterker dan die van de andere. Hierbij speelt dat beelden beginnen in een vorm waarvan soms gezegd wordt dat het niet als antisemitisme bedoeld is, zoals jongeren die het scheldwoord ‘Jood’ gebruiken. Maar het is wel antisemitisme. En het verlaagt de drempel naar meer Jodenhaat. Online gaat dat snel. Mensen brengen antisemitisme vaak eerst als grapje, en ontkennen dat het antisemitisme is. Op die manier breng je antisemitisme naar binnen zonder veel tegenstand. Wat mij betreft stellen we een duidelijke grens: antisemitisme is altijd fout.”
Begint antisemitisme bij onwetendheid?
“Het is soms mede onwetendheid. Je ontwikkelt makkelijker een bepaald wantrouwen tegen iemand die je niet kent, die anders is. Een positief beeld neerzetten van Joden en jodendom is dan ook onderdeel van de bestrijding van antisemitisme. Dat is een nieuwe trend, in het buitenland gebeurt dat al. Duitsland heeft vorig jaar veel aandacht besteed aan 1700 jaar Joods leven in dat land in de vorm van artikelen, festivals en tentoonstellingen. Dat helpt de onbekendheid weg te nemen. Dat kunnen wij ook doen, aandacht geven aan Joodse gebruiken en tradities, de Joodse feestdagen markeren. De premier kan bijvoorbeeld aandacht besteden aan het Joods Nieuwjaar. Dat creëert bewustzijn.”
Wanneer komt antisemitisme op?
“Als er maatschappelijke onrust is bijvoorbeeld, het gaat er vaak mee samen. COVID-19 bracht veel paniek en onzekerheid, en kwaadwillenden kwamen al snel met complottheorieën waarin Joden de zondebok waren. Ook nu, bij de oorlog in Oekraïne, zie je dat antisemitisme in bepaalde vormen naar boven komt, in complottheorieën, antisemitische ideeën, Holocaustbagatellisatie. Dat heeft veel impact. Met uitleg en het creëren van bewustwording kun je daar verandering in brengen. Dat vergt veel werk. Waar begin ik? Wie ga ik spreken? Bij elke casus moet je dat opnieuw beoordelen.”
De Tweede Wereldoorlog en de Holocaust zeggen veel jongeren weinig of niets.
“Er blijkt een bepaalde vervreemding van de Tweede Wereldoorlog door afstand in tijd, door hoe er op scholen wordt gevormd, door de informatie die jongeren tot zich nemen. Op sommige scholen is het lastig om het erover te hebben omdat het tot problemen in de klas leidt. Het is voor mij een speerpunt dat de Holocaust een centrale plaats blijft behouden in de samenleving. Hitler dacht de Joden te kunnen uitroeien, want wie kende nog de genocide op de Armeniërs? Er kon dus weer genocide plaatsvinden, en dat kan nu ook weer als we de lessen uit de Holocaust niet herhalen. Daarin zeg ik de Israëlische historicus Yehuda Bauer na: als mensen denken dat antisemitisme enkel de Joodse gemeenschap raakt, dan moeten ze kijken naar wat er in de Tweede Wereldoorlog gebeurd is. Er zijn 6 miljoen Joden vermoord, maar ook 20 miljoen Russen. De geschiedenis bevestigt dat als antisemitisme de kop opsteekt, andere problemen snel volgen. Uiteindelijk raakt het iedereen.”
We leven in een gepolariseerde samenleving.
“Ook polarisatie is een bron voor antisemitisme. Mensen zitten veel op sociale media, verkeren daardoor in hun eigen bubbel, horen van elkaar hun eigen gelijk en zijn niet meer vatbaar voor de nuance. De tegenstellingen tussen mensen worden groter. Antisemitisme kan daardoor meer vat op mensen krijgen. Waar een vacuüm ontstaat van waarden en normen kan antisemitisme binnenkomen. Basisvoorwaarden voor een goede democratie zijn: gedeelde verhalen, sterke instituties en een sterke sociale cohesie. Polarisatie brengt een einde aan gedeelde verhalen. De waarden die ten grondslag liggen aan een goede democratie zijn dezelfde waarden om antisemitisme buiten de deur te houden.”
Wat kunnen kerken doen?
“Een belangrijke manier van overdracht vindt plaats in de kerk zelf. Het is van belang dat er in de opleiding van voorgangers aandacht is voor de joodse cultuur, voor de joodse wetten. Er zit een bepaalde manier van denken achter de wetsteksten. Heel interessant, daar zit kennis in hoe je maatschappelijke problemen kunt aanpakken. Dat kun je in de kerk mooi overdragen, zodat de joodse wortels belicht worden en niet meer als vreemd worden gezien. Verder zijn contacten met de lokale Joodse gemeenschap, als die er is, belangrijk. Ontmoet elkaar in een synagoge of een andere bijzondere plek, maak kennis met elkaar. Je kunt elkaar dan ook ondersteunen als er maatschappelijke issues in de woonplaats zijn. Of ga als kerkelijke groep naar het Joods Museum, maak een recept uit de Joodse keuken en verdiep je in de spijswetten. Of spreek over vooroordelen, over hedendaags antisemitisme. Dat kan goed bij gelegenheden als 4 en 5 mei, de Holocaustherdenking, de Israëlzondag. En bedenk hoe je de jongere generatie erbij kunt betrekken.”
Antisemitisme komt weer, en weer; wordt u er weleens moedeloos van?
“Moedeloos niet, strijdbaar wel. Wel moet ik soms keuzes maken; elke dag is er meer te doen dan ik kan oppakken. En het is een zaak van lange adem. Maar ik zie dat er veranderingen komen. Bijvoorbeeld in wetgeving; ontkenning van de Holocaust wordt nu strafbaar. Ik zie dossiers waarin ik een rol kan spelen, achter of voor de schermen. En er zijn gelukkig veel rotsvaste medestanders, niet alleen in Den Haag maar ook daarbuiten. Ook in de kerk zijn velen uit volle overtuiging betrokken. Dat geeft veel steun.”